Hervorming autofiscaliteit goedgekeurd door het parlement
De langverwachte hervorming van de autofiscaliteit werd op 10.11.2021 goedgekeurd door het parlement. Bedoeling is om de omschakeling naar emissievrije (elektrische) bedrijfswagens te stimuleren en het mobiliteitsbudget nieuw leven in te blazen.
Wat wijzigt er precies allemaal?
Belangrijke punten in deze wet zijn onder andere de lagere aftrekbaarheid van de kosten van bedrijfswagens (personenwagens – niet lichte vracht), de stijging van de solidariteitsbijdrage (CO2-taks) en de hervorming van het mobiliteitsbudget.
Lagere aftrekbaarheid van de kosten van bedrijfswagens
Wagens op benzine of diesel
In welke mate de kosten van een auto op benzine of diesel (incl. hybrides) aftrekbaar zijn, zal de komende jaren nog steeds berekend worden op basis van de zgn. gramformule (120% - (0,5% x coëfficiënt x CO2-uitstoot)). Het maximale aftrekbare percentage voor wagens op diesel en benzine (en ook hybride) zal echter geleidelijk aan dalen naar 0%. Hoe de regeling er concreet uitziet verschilt naargelang de datum waarop de wagen werd aangeschaft.
Voor wagens op benzine of diesel die aangeschaft worden vóór 01.07.2023 blijft de huidige regeling ook in de toekomst van toepassing. Het aftrekbaar percentage wordt dus bepaald aan de hand van de gramformule, met een minimale aftrek van 50% (40% bij een CO2-uitstoot ≥ 200) en een maximale aftrek van 100%.
Let op! Voor hybride wagens aangeschaft tussen 01.01.2023 en 01.07.2023 zullen de brandstofkosten (benzine of diesel) slechts voor 50% aftrekbaar zijn.
Voor wagens op diesel of benzine die aangeschaft worden tussen 01.07.2023 en 31.12.2025 geldt aanvankelijk de huidige regeling (gramformule). Vanaf aj. 2026 treedt er echter een overgangsregeling (uitdoofscenario) in werking, waarbij er geen sprake meer is van een minimumaftrek en het maximale aftrekbaar percentage jaar na jaar afneemt. Vanaf aj. 2029 zijn de kosten van deze wagens niet meer aftrekbaar.
Aanslagjaar | Aftrekbaarheid |
2024 en 2025 | 50% tot 100%* |
2026 | 0% tot 75% |
2027 | 0% tot 50% |
2028 | 0% tot 25% |
2029 | 0% |
*40% indien CO2-uitstoot ≥ 200
De kosten van wagens op diesel of benzine die aangeschaft worden vanaf 01.01.2026 zullen niet meer aftrekbaar zijn.
Volledig elektrische wagens
Voor emissievrije bedrijfswagens zoals de elektrische personenwagens (inclusief auto’s voor dubbel gebruik en minibussen) die aangeschaft worden vóór 01.01.2027 wijzigt er niets. De kosten van deze wagens blijven dus gedurende hun hele levenscyclus 100% aftrekbaar.
Voor wagens die worden aangeschaft vanaf 01.01.2027 wordt de aftrekbaarheid geleidelijk aan beperkt tot 67,5%.
Overige maatregelen
Solidariteitsbijdrage (CO2-taks)
Voor bedrijfswagens die aangeschaft worden vóór 01.07.2023 wijzigt er niets. De solidariteitsbijdrage wordt dus berekend volgens de gekende formule.
Voor bedrijfswagens om benzine of diesel die aangeschaft worden vanaf 01.07.2023 zal de maandelijkse solidariteitsbijdrage gevoelig stijgen. De formules voor de berekening wijzigen niet, maar de berekende bijdrage zal vermenigvuldigd worden met een factor:
• 2,25 voor de periode van 01.07.2023 tem 31.12.2024
• 2,75 in 2025
• 4 in 2026
• 5,5 vanaf 01.01.2027
Ook de minimumbijdrage (die ook van toepassing is op elektrische wagens) verhoogt lichtjes.
Mobiliteitsbudget
Het mobiliteitsbudget kende tot nu toe weinig aanhang en wordt daarom aangepast. Zo zal de berekeningswijze van het bedrag van het mobiliteitsbudget (de ‘total cost of ownership’ van de ingeleverde bedrijfswagen) vereenvoudigd worden.
Daarnaast krijgt de werknemer meer keuzemogelijkheden binnen de tweede pijler (duurzame vervoersmiddelen en huisvestingskosten) en worden de toelatingsvoorwaarden versoepeld.
Bedrijfswagens op benzine of diesel die worden aangekocht vanaf 01.07.2023 worden fiscaal afgestraft met een lagere aftrekbaarheid van de kosten en een (veel) hogere solidariteitsbijdrage. Voor elektrische bedrijfswagens die worden aangekocht vóór 01.01.2027 wijzigt er niets, deze blijven dus 100% aftrekbaar. Het mobiliteitsbudget wordt vanaf 01.01.2022 hervormd zodat meer werknemers hiervoor in aanmerking komen en de keuzemogelijkheden worden uitgebreid.